Er ging gewoon geen bel rinkelen

Geplaatst op

EVOA Jurisprudentie

Het komt regelmatig voor dat een vennootschap verdacht wordt van een strafbaar feit omdat de bestuurder(s) of medewerkers van de vennootschap niet voldoende acht hebben geslagen op aanwijzingen dat ergens in de handelsketen wordt gefraudeerd. Dat gebeurde ook in de zaak waarover de Rechtbank Groningen eind maart heeft geoordeeld. Het bedrijf had volgens het OM gehandeld in strijd met de voorschriften van de EVOA (Europese Verordening Overbrenging Afvalstoffen).  De werkelijke bestemming van het afval week namelijk af van de opgegeven bestemming.

De vennootschap stelde dat zij niet had gemerkt dat een aantal transporten – laat ik maar zeggen – in strijd met de regels werden uitgevoerd. Achter afgezien  waren er natuurlijk wel aanwijzingen geweest, maar die had het bedrijf niet opgemerkt. ”Er ging gewoon geen bel rinkelen”.  Natuurlijk is het geen argument waarachter een verdachte zich kan verschuilen. Bij sommige mensen rinkelt de bel  überhaupt nooit, en dat betekent niet dat zij nooit strafbaar zijn, maar de opmerking kan wel iets zeggen over de betrokkenheid van de vennoot bij de overtredingen van de voorschriften.  Als het OM kon aantonen dat de verdachte had moeten weten dat de EVOA voorschriften zouden worden overtreden, zou daarmee de (impliciete) betrokkenheid bij de overtreding zijn aangetoond.

De Rechtbank constateert dat verdachte door zijn handelspartners waarschijnlijk bewust onwetend is gehouden over de wijziging van de bestemming.  De Rechtbank stelt dan dat het enkele feit dat verdachte wellicht scherper op de inhoud van de emails had moeten letten, niet voldoende is om te kunnen spreken van betrokkenheid bij de opzettelijke overtreding van de EVOA voorschriften.  Dit is een feitelijk oordeel, en moet worden gezien in de context van deze zaak, maar het is wel interessant om te zien dat het niet reageren op signalen in email correspondentie in dit geval de verdachte niet wordt aangerekend. De Douane denkt daar vaak heel ander over. Het nummer van de uitspraak is 18/994501-10 (promis)

Deel dit artikel

Terug naar het overzicht