Tariefindeling; onderdeel van een apparaat of machine
Wanneer is iets een onderdeel van een apparaat of machine? Die vraag deed zich voor bij de indeling van plastic opvangzakken voor dialysemachines. De vraag was of deze zakken moesten worden ingedeeld als plastic zakken (post 3926), of als onderdelen of toebehoren van een dialysemachine (post 9018). Dat onderscheid is natuurlijk van belang voor het hoogte van het verschuldigde invoerrecht. Overigens kan die vraag ook van belang zijn voor toepasselijkheid van het lage BTW-tarief voor dialyse apparatuur.
Deze vraag over de indeling van de opvangzakken voor dialysemachines is voorgelegd aan het Hof van Justitie, die daarover recentelijk uitspraak heeft gedaan. Volgens het Hof zijn de opvangzakken voor de dialysemachines niet onmisbaar voor de werking van de machines. De werking van een dialysemachine hangt namelijk niet af van de aanwezigheid van een opvangzaak. De zak dient alleen om afvalvocht op te vangen. Opmerkelijk is dat de dialysemachine slechts in aanwezigheid van een dergelijke zak werkte, maar dat maakte volgens het Hof van Justitie niet uit. Daar ik heb toch wel een beetje moeite mee. Tot slot maakt de opvangzak de dialysemachine volgens het Hof niet geschikt voor andere functies dan waarvoor het is bestemd.
Dat alles maakt dat de opvangzakken geen delen of toebehoren vormen van de dialysemachines en daarom moeten worden ingedeeld als “artikelen van kunststof” van onder post 3926 90 99. Dit arrest is aanleiding om kritisch te kijken of onderdelen – voor toepassing van het douanetarief – inderdaad als “onderdelen of toebehoren van” kunnen worden ingedeeld. Zie voor meer informatie het arrest in de zaak Unomedical nr. C-152/10.